Heb je je al eens afgevraagd hoe katten feilloos hun weg vinden, zelfs in het donker of in de kleinste steegjes? Hun uitstekende zicht in het donker is één verklaring. Maar minstens even belangrijk is hun tastzin, en die zit in de snorharen. Normaal heeft een poes twaalf snorharen langs iedere kant van de snoet. Soms zijn die best indrukwekkend. De haren zijn drie keer dikker dan andere vachtharen en zitten veel dieper in de huid. Elk snorhaar is omringd door zenuwen, bloedvaten en spieren. Daardoor is het gevoelig voor de minste aanraking. Haal het dan ook nooit in je hoofd om snorharen te trimmen of bij te knippen. Omdat de snorharen zo gevoelig zijn, worden katten ook vaak onrustig bij felle wind. Behalve de snor hebben katten nog meer tastharen. Boven de oogleden, onder de kin en aan de achterkant van de voorpoten. Het is voor een kat de ideale gps. Als het te donker is kunnen ze dankzij hun tastharen botsingen vermijden. Er wordt zelfs gezegd dat katten hun snorharen gebruiken om te meten of ze door een smalle ruimte kunnen, al is dat nooit wetenschappelijk bewezen. Wat wel bewezen is, is dat katten met hun snorharen de windrichting en -snelheid kunnen bepalen om hun prooi aan te vallen. Ze bepalen zelfs mee waar ze de nekbeet moeten plaatsen. De tastharen achteraan de voorpoten vertellen de poes dan weer hoe groot de prooi precies is, wat zijn positie is en of de prooi wel echt dood is.